Maar wat is een edelmetaal zoals bladgoud eigenlijk? Edelmetalen zijn metalen die in de natuur voorkomen en die niet of nauwelijks worden aangetast door andere stoffen zoals water en zuurstof. Goud roest dus niet en behoudt zijn mooie glans. Ook andere edelmetalen behouden over het algemeen hun kwaliteit en daarmee ook hun waarde. Zo spelen edelmetalen al sinds eeuwen een belangrijke rol in de handel als muntstuk of ruilmiddel. Tot 1900 bestond zelfs de ‘internationale gouden standaard’ nog, een systeem dat de waarde van geld bepaalde aan de hand van een specifiek gewicht in goud.

E175 is het e-nummer van goud
Dat klinkt niet direct als iets om trek van te krijgen en toch eten we goud. Eetbaar goud, of bladgoud, is een hele pure vorm van goud. Veel puurder dan menig gouden sieraad! Dat komt omdat puur goud heel erg zacht is. Te zacht om er een ring van te smeden bijvoorbeeld, maar perfect om op te peuzelen. Van 1 gram goud kan 1 vel bladgoud worden gemaakt van 1 vierkante meter groot. Het goud dat we eten is dus flinterdun en wordt Europees gekeurd. We stoppen dus niet zomaar wat in onze mond, goud heeft een eigen E-nummer (E175) en het goud dat we eten moet tussen de 22 en 24 karaat zijn.
Een ‘karaat’ is de eenheid waarmee de massa van edelmetalen wordt aangeduid. En voor goud geldt: hoe puurder het goud, hoe hoger het aantal karaat. In Nederland is 24 karaat (99,99% goud) het hoogste, dus puurste, en 14 karaat (58,5%) het laagste karaat. Er zijn landen die ook minder karaat ook als goud verkopen, maar een legering met minder dan 50% goud mag in Nederland niet als ‘goud’ worden verkocht. Klinkt allemaal nog steeds hartstikke technisch in plaats van smakelijk… en heel eerlijk? Daar blijft het ook een beetje bij.

Goud staat voor rijkdom, kwaliteit en luxe
Goud voegt namelijk geen smaak toe aan een gerecht en omdat we het niet kunnen verteren ook geen voedingswaarde. Waarom we het dan tóch eten? Voor de leuk! Goud staat voor rijkdom en kwaliteit, dat zijn natuurlijk hele fijne eigenschappen om over te brengen op een product of gerecht. Met een beetje bladgoud ziet een bonbon er bijvoorbeeld meteen al luxe uit.
Een jaar of tien geleden sloegen de gouden stoppen een klein beetje door… Middeleeuwse taferelen waar hele kwartels ingepakt werden in bladgoud passeerden de revue: van compleet gouden donuts tot vergulden pizza’s en sundae-ijsjes ter waarde van 25.000 dollar… je kan het zo gek niet bedenken of er was een goudenvariant van. Gelukkig is de goudkoorts weer gezakt en voorzien we gerechten weer van een flintertje hier en daar. Ziet er toch een stuk lekkerder uit!

Visueel wow-effect
Als chef streef je ernaar alle zintuigen te prikkelen – smaak, geur en vooral het oog. Bladgoud is daarbij een krachtig instrument: “It takes something ordinary and makes it extraordinary.” Het creëert instant luxe en een visueel wow-effect, wat de beleving direct versterkt.
Chef-ondernemer en SVH Meesterkok François Geurds zei hierover in het AD:
“Qua smaak voegt bladgoud niets toe … Mensen voelen zich vaak vereerd wanneer ze zo’n gerecht opgediend krijgen. Hoewel je ook regelmatig de vraag hoort: kan ik dat eten? En ja, dat kan dus.”
Minder is vaak meer. Een subtiel blaadje goud dat het licht vangt is visueel krachtiger dan een volledig vergulde steak. Het draait om balans en precisie: goud moet het gerecht versterken, niet domineren.