
De naam tamarillo is in 1967 in Nieuw-Zeeland als handelsnaam bedacht.
De vrucht is een eivormige, tot 10 x 5 cm grote en tot 100 g zware bes.
De dunne, gladde, glanzende schil is rijp geel, oranje, tomaatrood, violet of purperrood gekleurd met soms in de lengterichting donkere strepen. De kleur hangt af van het ras. Het sappige vruchtvlees is crèmegeel, geel, oranje, of oranjerood en smaakt zurig aromatisch. De schil smaakt bitter. De vrucht bevat vele circa 4 mm grote, platte zaden.
De vrucht kan geconsumeerd worden door hem te halveren, het vruchtvlees eventueel met suiker te bestrooien en vervolgens uit te lepelen. Ook kan men de tamarillo op dezelfde manier laten "schrikken" als een tomaat: de vrucht wordt eerst ondergedompeld in heet water en vervolgens in koud water, waarna de bittere schil er vervolgens gemakkelijk kan worden afgetrokken. De tamarillo kan ook op dezelfde manier als de tomaat in de voedselverwerking worden gebruikt, maar ook in fruitsalades marmelade, consumptie-ijs, stoofpotten, taarten en chutney worden verwerkt.
De tamarillo komt van nature voor in de Andes op hoogtes tussen 1000 en 3000 m. De soort wordt wereldwijd in de subtropen en in tropisch gebergte gekweekt. In Nederland komen met name vruchten uit Portugal en grotere vruchten uit Colombia van onder andere Andino Fruit op de markt.
tekstbron wikipedia


Ik vind de smaak eigenlijk een beetje richting Perzik gaan.
Wel zuurder, maar met suiker goed te verwerken.