Tussen de 10 en 15 miljoen reuzen hebben de oceaanbodem omgewoeld en kaalgevreten. Ecologen spreken van een onderzeese Sahara. Het Wereld Natuurfonds wil het dier vogelvrij verklaren; de Noorse regering moet nog een standpunt innemen en de massa's -vissers in dit geval -zijn verdeeld. De een wil tegen de krabben ten oorlog trekken omdat zij zijn netten vernielen, de ander is verliefd op het enge beest, dat zijn gewicht in goud waard is.
Sovjet-dictator Stalin is verantwoordelijk voor de opmars. Hij deporteerde in de jaren 60 trein-en vliegtuigladingen van het dier, dat alleen in het ijskoude water bij Kamtsjatka en Alaska voorkwam, naar de zee bij Moermansk. Daar werd de basis van de onderzeese nucleaire Sovjetvloot gestationeerd. De bevolking in het gebied zou fors toenemen en de monsterkrab moest de mensen voeden. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de ontmanteling van de basis in Moermansk rukte de monsterkrab op.
Het beest, dat met één knip van zijn scharen de hand van een volwassen man kan amputeren, kwam in het paradijs. In zijn oorspronkelijke habitat weegt een volwassen krab gemiddeld 3 kilo; in zijn nieuwe omgeving 4,5 kilo en dat is meegenomen bij een prijs van 75 euro per kilo vuil aan de haak.
Vooral in Japan gold de Kamtsjatka-krab als delicatesse. Inmiddels is het schaaldier ook in Europa en de VS een lekkernij. De afgelopen tien jaar verveelvoudigde het aantal monsterkrabben wat geen wonder is met wijfjes die per jaar 300.000 eitjes leggen. De monsters trokken bijna 1000 kilometer naar het westen en zuiden. Het beest vreet letterlijk alles op wat het tegenkomt. Van visseneitjes tot zeewier en van dode vissen tot lege schelpen. Een brede strook van de oceaanbodem wordt gestofzuigd, tot verdriet van de oorspronkelijke bodembewoners.
In warmer water blijken de krabben, die 30 jaar oud kunnen worden, uitstekend te gedijen. Hun aanpassingsvermogen is verbijsterend. Deskundigen voorspellen dat de monsters de komende tien jaar de Noordzee zullen bezetten en pas bij Portugal of het zuiden van Spanje tot staan komen.
Nog maar 15 jaar geleden was het vlees van de Kamtsjatka-krab schaars. De dieren werden alleen bij Alaska gevangen. Een levensgevaarlijke klus. De vissers moeten in het stormseizoen 15 kilometer de zee op, waarbij jaarlijks gemiddeld zes van de 250 schepen tellende vloot met man en muis vergaan. De jacht, met rond de 20.000 krabben per schip als buit, duurt niet langer dan vijf dagen, maar loont wel. In een week verdienen de vissers een jaarsalaris. In Noorwegen hebben de vissers het makkelijker. De monsters liggen voor de kust voor het oprapen. Toch wordt de krab er niet goedkoper op. Pas in 2001 gaf de regering toestemming om op de lekkernij te vissen. Per jaar mogen niet meer dan 10.000 worden gevangen. De vissers doen dat op hun gemak en halen in drie weken de helft van hun jaarinkomen binnen. Noorwegen heeft begin dit jaar de vangstquota verhoogd, maar zekerheidshalve ook een wetenschappelijk onderzoek gelast om er achter te komen of het rode gevaar de visstand werkelijk bedreigt, zoals vissers zeggen.
Bron: Algemeen Dagblad
