Interview van Emmanuel Mertens in Bouillon Magazine
Geplaatst: 06 okt 2010, 11:03
Paul van de Bunt van tweesterrenrestaurant De Leuf heeft snoeihard teruggeslagen richting voormalig topkok Emmanuel Mertens in een openbrief. Dit naar aanleiding van een interview van Mertens in Bouillon Magazine. Daarin zegt Mertens ‘Hij kopieert al die drie sterrenchefs’.

links: Emmanuel Mertens | rechts: Paul en Sandra van de Bunt
Openbrief:
Beste Emanuel,
Met verwondering heb ik je interview gelezen in de Bouillon najaar 2010. Daarin meld je, ik citeer: “Tegen Paul van de Bunt heb ik gezegd dat hij bij Rank Xerox moet gaan werken. Hij kopieert al die drie sterrenchefs, terwijl hij vanuit zich zelf moet gaan werken”. Einde citaat.
Hier moet sprake zijn van een waarnemingsvermogen dat het niveau van Char, David Ogilvy en zelfs dat van Piet Paulusma verre overstijgt. Want Emanuel, ik heb jou al zeker tien jaar niet gezien, laat staan gesproken. Is het wellicht jouw zesde zintuig dat mij heeft horen praten?
Het waardeoordeel dat jij velt over mijn keuken is eveneens van telepathische topklasse. Hoe is het anders verklaarbaar dat jij smaakervaringen hebt terwijl ik je al twintig jaar niet in de Leuf heb gezien, laat staan dat je van mijn kookkunsten heb kunnen genieten?
Zoals in het interview vermeld staat, een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken. Wat dat betreft heeft de interviewer gelijk. Reeds een kwart eeuw geleden sabelde je in het openbaar je collega’s neer, diskwalificeerde ze en sprak lelijk over ze, tot meerdere eer en glorie van Emanuel Mertens zelf. Met de elfde passie en ambitie van toen richt je in het Bouillon interview je gifpijlen op Hans van Wolde en mij.
Dat verbaasde mij. Ik had namelijk verwacht dat jij, gezien je leeftijd en de klappen die je opliep, wel iets milder zou zijn geworden. Ook al omdat je, door eigen schuld overigens, ernstig beschadigd en als aangeschoten wild thuis op de bank zit. dan past slechts spijt en nederigheid. Jouw eeuwig misprijzende en denigrerende meningen over je - zelfs bevriende - collega’s, zowel in het verleden als heden, hebben jou, zowel als mens als ex-collega, naar een droevig dieptepunt laten zakken. Natuurlijk, het valt niet mee als werkloos, verbitterd en rancuneus mens door het leven te moeten. Misschien had je beter je eigen leven wat meer kunnen koesteren en je vier mislukte restaurantjes wat slimmer op de rails kunnen houden, in plaats van het voortdurend in een negatief daglicht plaatsen van al dan niet bevriende collega’s. Op die manier verlies je ook nog eens je allerlaatste vriend.
Je opmerking over het kopiëren van alle driesterrenchefs komt ongetwijfeld voort uit een knagend gevoel van culinaire jaloezie. Per slot van rekening hebben Sandra en ik vorig jaar bij al on e driesterrenchefs mogen lunchen of dineren, we hebben, op een enkele uitzondering na, kennis met ze mogen maken, over het vak gesproken, veel foto’s gemaakt van interieurs, keukens, medewerkers en gerechten en zijn daarna niet zelden als bevriende collega’s huiswaarts getogen. Uiteindelijk heb ik al de e ervaring thuis in kaart gezet en er een boek over geschreven, maar dat laatste is je mogelijk ontgaan.
Waarom hebben wij al die 3-sterrenchefs bezocht? Een uitdagende klus overigens, het heeft zowel financieel als wat werk en tijd betreft een geweldige investering gevraagd.
Toen wij, nu drie jaar geleden, onze tweede ster hadden gekregen en het tumult van de feestvreugde wat was gaan liggen, bezonnen wij ons op de toekomst. Ik wilde verder innoveren en mijzelf nog beter ontwikkelen. Waar kan je dat beter doen dan bij de collega’s die net een stapje verder zijn dan jezelf, de cuisiniers met drie sterren. Je bezoekt ze, praat met ze over het vak, ziet hoe zij in het vak staan en er mee omgaan. Net zoals dat ook bij zoveel andere beroepsgroepen gebeurt. Een modeontwerper zit veel in Milaan, een tenor volgt graag een zangcursus van Paverotti , een topvoetballer verneemt het liefst van Johan Cruyff zelf hoe hij het best de top kan bereiken. Dat lukt nooit, zoals jij vanuit je teleurgestelde ziel beredeneert, door het kopiëren van anderen. Nee, dat vraagt originaliteit.
Emanuel, neem van mij maar aan dat ik in de dertig jaar nat ik nu Patron-Cuisinier ben, een geheel eigen stijl heb ontwikkeld. Je verdient echt geen twee sterren met kopiëren, je verloochent alleen je elf en je eigen keuken. Uiteraard loop je tijdens zo’n reis tegen producten, technieken en combinaties aan waardoor je geïnspireerd raakt en die je vervolgens, in je voortdurende drang naar innovatie, gaat toepassen in je eigen keuken. Maar dat was nu juist de bedoeling van de e reis en het boek.
Ik moet je ook zeggen dat de e sterrenreis ons aan ontwikkeling en inzicht in de Europese topgastronomie veel gebracht heeft. Wat wij ook heel erg belangrijk vinden is dat we veel aardige, innemende, openhartige en lieve collega’s hebben leren kennen die ons met veel respect hebben ontvangen. Er zijn spontaan enkele vriendschappen gesloten.
Emanuel, ik hoop dat je het allemaal een beetje begrijpt.
Het slotcitaat in het interview in Bouillon is als de noodkreet van een wanhopige. “Wie weet is er nog iemand die een avontuur met dit weerbarstige kooktalent aandurft”, besluit de journalist. Ik adviseer degene die gehoor geeft aan de e oproep dringend om eerst wat meer informatie op te vragen over jouw gedrag en betrouwbaarheid bij mensen uit jouw omgeving, bij de investeerder die met jou in Weert in zee ging, bij de geldschieter die met jou in Duitsland aan de slag ging, bij Jacques Zeegers uit Maastricht die jou nog een kans wilde geven in de Rechtstraat te Maastricht en last but not least, bij je curator.
Ik wens je alle sterkte.
Paul van de Bunt
bron: o.a. misset horeca

links: Emmanuel Mertens | rechts: Paul en Sandra van de Bunt
Openbrief:
Beste Emanuel,
Met verwondering heb ik je interview gelezen in de Bouillon najaar 2010. Daarin meld je, ik citeer: “Tegen Paul van de Bunt heb ik gezegd dat hij bij Rank Xerox moet gaan werken. Hij kopieert al die drie sterrenchefs, terwijl hij vanuit zich zelf moet gaan werken”. Einde citaat.
Hier moet sprake zijn van een waarnemingsvermogen dat het niveau van Char, David Ogilvy en zelfs dat van Piet Paulusma verre overstijgt. Want Emanuel, ik heb jou al zeker tien jaar niet gezien, laat staan gesproken. Is het wellicht jouw zesde zintuig dat mij heeft horen praten?
Het waardeoordeel dat jij velt over mijn keuken is eveneens van telepathische topklasse. Hoe is het anders verklaarbaar dat jij smaakervaringen hebt terwijl ik je al twintig jaar niet in de Leuf heb gezien, laat staan dat je van mijn kookkunsten heb kunnen genieten?
Zoals in het interview vermeld staat, een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken. Wat dat betreft heeft de interviewer gelijk. Reeds een kwart eeuw geleden sabelde je in het openbaar je collega’s neer, diskwalificeerde ze en sprak lelijk over ze, tot meerdere eer en glorie van Emanuel Mertens zelf. Met de elfde passie en ambitie van toen richt je in het Bouillon interview je gifpijlen op Hans van Wolde en mij.
Dat verbaasde mij. Ik had namelijk verwacht dat jij, gezien je leeftijd en de klappen die je opliep, wel iets milder zou zijn geworden. Ook al omdat je, door eigen schuld overigens, ernstig beschadigd en als aangeschoten wild thuis op de bank zit. dan past slechts spijt en nederigheid. Jouw eeuwig misprijzende en denigrerende meningen over je - zelfs bevriende - collega’s, zowel in het verleden als heden, hebben jou, zowel als mens als ex-collega, naar een droevig dieptepunt laten zakken. Natuurlijk, het valt niet mee als werkloos, verbitterd en rancuneus mens door het leven te moeten. Misschien had je beter je eigen leven wat meer kunnen koesteren en je vier mislukte restaurantjes wat slimmer op de rails kunnen houden, in plaats van het voortdurend in een negatief daglicht plaatsen van al dan niet bevriende collega’s. Op die manier verlies je ook nog eens je allerlaatste vriend.
Je opmerking over het kopiëren van alle driesterrenchefs komt ongetwijfeld voort uit een knagend gevoel van culinaire jaloezie. Per slot van rekening hebben Sandra en ik vorig jaar bij al on e driesterrenchefs mogen lunchen of dineren, we hebben, op een enkele uitzondering na, kennis met ze mogen maken, over het vak gesproken, veel foto’s gemaakt van interieurs, keukens, medewerkers en gerechten en zijn daarna niet zelden als bevriende collega’s huiswaarts getogen. Uiteindelijk heb ik al de e ervaring thuis in kaart gezet en er een boek over geschreven, maar dat laatste is je mogelijk ontgaan.
Waarom hebben wij al die 3-sterrenchefs bezocht? Een uitdagende klus overigens, het heeft zowel financieel als wat werk en tijd betreft een geweldige investering gevraagd.
Toen wij, nu drie jaar geleden, onze tweede ster hadden gekregen en het tumult van de feestvreugde wat was gaan liggen, bezonnen wij ons op de toekomst. Ik wilde verder innoveren en mijzelf nog beter ontwikkelen. Waar kan je dat beter doen dan bij de collega’s die net een stapje verder zijn dan jezelf, de cuisiniers met drie sterren. Je bezoekt ze, praat met ze over het vak, ziet hoe zij in het vak staan en er mee omgaan. Net zoals dat ook bij zoveel andere beroepsgroepen gebeurt. Een modeontwerper zit veel in Milaan, een tenor volgt graag een zangcursus van Paverotti , een topvoetballer verneemt het liefst van Johan Cruyff zelf hoe hij het best de top kan bereiken. Dat lukt nooit, zoals jij vanuit je teleurgestelde ziel beredeneert, door het kopiëren van anderen. Nee, dat vraagt originaliteit.
Emanuel, neem van mij maar aan dat ik in de dertig jaar nat ik nu Patron-Cuisinier ben, een geheel eigen stijl heb ontwikkeld. Je verdient echt geen twee sterren met kopiëren, je verloochent alleen je elf en je eigen keuken. Uiteraard loop je tijdens zo’n reis tegen producten, technieken en combinaties aan waardoor je geïnspireerd raakt en die je vervolgens, in je voortdurende drang naar innovatie, gaat toepassen in je eigen keuken. Maar dat was nu juist de bedoeling van de e reis en het boek.
Ik moet je ook zeggen dat de e sterrenreis ons aan ontwikkeling en inzicht in de Europese topgastronomie veel gebracht heeft. Wat wij ook heel erg belangrijk vinden is dat we veel aardige, innemende, openhartige en lieve collega’s hebben leren kennen die ons met veel respect hebben ontvangen. Er zijn spontaan enkele vriendschappen gesloten.
Emanuel, ik hoop dat je het allemaal een beetje begrijpt.
Het slotcitaat in het interview in Bouillon is als de noodkreet van een wanhopige. “Wie weet is er nog iemand die een avontuur met dit weerbarstige kooktalent aandurft”, besluit de journalist. Ik adviseer degene die gehoor geeft aan de e oproep dringend om eerst wat meer informatie op te vragen over jouw gedrag en betrouwbaarheid bij mensen uit jouw omgeving, bij de investeerder die met jou in Weert in zee ging, bij de geldschieter die met jou in Duitsland aan de slag ging, bij Jacques Zeegers uit Maastricht die jou nog een kans wilde geven in de Rechtstraat te Maastricht en last but not least, bij je curator.
Ik wens je alle sterkte.
Paul van de Bunt
bron: o.a. misset horeca